Zuid-Sudan ligt in het noordoosten van Afrika en grenst (met de klok mee) aan Sudan, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek. Het land telt 10,3 miljoen inwoners en heeft een oppervlakte waar Nederland 15 keer in past. De hoofdstad is Juba. In Zuid-Sudan worden voornamelijk Nilo-Saharaanse- en Niger-Congotalen gesproken. De officiële voertaal is Engels.
Op 9 juli 2011 werd zuidelijk Sudan, na decennia van burgeroorlog en conflicten, een onafhankelijke staat: Zuid-Sudan. Daarvoor was het een deel van Sudan. De verhouding met buurland Sudan lijkt enigszins te ontspannen, maar meningsverschillen over eigendom van olievelden en de verdeling van olieopbrengsten blijven bestaan. Zuid-Sudan is in economisch opzicht bijna geheel afhankelijk van de export van olie over Sudanees grondgebied.
Zuid-Sudan beschikt ruimschoots over natuurlijke hulpbronnen en agrarisch potentieel. Het land kent twee regenperiodes per jaar en is vruchtbaar. Gelegenheid voor economische ontwikkeling is er volop maar vooralsnog is Zuid-Sudan in staat van opbouw. Basisvoorzieningen ontbreken nagenoeg. Zuid-Sudan wordt momenteel gekenmerkt door conflicten die deels van politieke aard zijn en van traditionele stammenstrijd. Deze conflicten zijn verspreid over een aanzienlijk deel van het Zuid-Sudanees grondgebied.
Of het nu gaat om veiligheid, vervoer, gezondheidszorg of onderwijs: infrastructuren moeten opnieuw worden gevormd. Voedsel voor de markt wordt bijvoorbeeld amper lokaal geproduceerd in Zuid-Sudan. Maatregelen om de hoge mate van sterfte onder moeders en kinderen te verminderen zijn hard nodig en er is een groot tekort aan onderwijzend- en medisch personeel.